Mist verkilt, mist verstilt.
Zwanen en meeuwen drijven op het water;
de mist drijft boven hen.
Zij wagen zich niet in de mist,
zoals de automobilist.
Zijn wereld door de mist zo klein,
vindt de automobilist niet fijn.
De automobilist ziet geen moer,
de file ligt op de loer.
Pas wanneer de automobilist in de file stilstaat,
ervaart deze de rust en stilte van de mist.
Raakt de automobilist alleen maar gestrest door de mist?
Dan heeft deze de stilte en de verfrissende kilte van de mist gemist.